Welke uitdagingen zijn er bij het gebruik van e-health?

E-health kan zorgen voor meer efficiëntie, meer flexibiliteit, grotere toegankelijkheid en een kwalitatief beter aanbod van ggz, tegen lagere kosten dan reguliere face-to-face zorg. Nederland is koploper op het gebied van e-health en wordt wereldwijd als voorbeeld gezien. De meeste zorginstellingen hebben toegang tot een online platform en vrijwel alle ggz-aanbieders maken gebruik van online tests. Ten behoeve van de behandeling is de inzet van e-health een stuk minder en wordt e-health voor nog geen 10 procent van de Nederlandse cliënten ingezet. Hiervoor zijn verschillende oorzaken, waarbij geldt dat voor ieder probleem een oplossing bestaat.

Weerstand tegen verandering

Onder veel zorgverleners heerst een bepaalde angst om met e-health aan de slag te gaan. “En de behandelaar dan?” is een vraag die vaak gesteld wordt als het gaat om e-health. Sommige therapeuten vrezen dat de rol van de behandelaar verdwijnt of ondergeschikt raakt als e-health wordt ingezet. In beginsel ligt het niet in de aard van zorgverleners om te sturen op zo min mogelijk direct cliëntcontact ten gunste van digitale zorg. Het aanpassen van bestaande werkmethoden stuit daarom vaak op weerstand, waardoor substitutie van reguliere zorg naar e-health een langzaam proces blijkt. Bij cliënten waarvoor e-health wel wordt ingezet, leidt de inzet vaak tot het stapelen van reguliere zorg en e-health. De behandelingen blijven zoals ze waren, maar worden aangevuld met e-health.

Onbekend maakt onbemind

Het ontbreekt veel zorgverleners aan kennis en kunde om effectief gebruik te maken van e-health. E-health maakt geen standaard onderdeel uit van het curriculum van de meeste ggz-opleidingen. Op de werkvloer opleiden kost tijd en geld en daar is binnen veel zorgorganisaties geen ruimte voor. Het daadwerkelijk effectief inzetten van e-health vereist een adequate implementatiestrategie, waarbij goed moet worden nagedacht over de nieuwe online zorgprocessen en ruimte moet worden gemaakt voor de scholing van behandelaren. Het is van belang dat de e-health programma’s gedragen worden door de hulpverleners. Als hulpverleners bekend zijn met de mogelijkheden van e-health, dan neemt de angst om er effectief gebruik van te maken af en vormt e-health juist een verrijking van het behandelaanbod.

Het is daarnaast belangrijk dat ook de cliënt gemotiveerd is om geheel of gedeeltelijk online behandeld te worden. De houding van de therapeut speelt hierbij een belangrijke rol. Als e-health wordt toegepast binnen een behandeltraject, dan is het van belang dat de cliënt er actief mee aan de slag gaat en dit ook blijft doen. Cliënten kunnen vragen hebben over (de inhoud van) het e-health programma, hetgeen ruimte kan innemen tijdens de sessies. De cliënt moet daarnaast inspraak kunnen hebben over de rol en inhoud van e-health tijdens zijn of haar behandeling. De behandeldoelen moeten helder zijn. Een cliënt is namelijk vooral geneigd e-health te gebruiken wanneer dit goed aansluit bij zijn of haar behoeftes en wensen. Daarom is het goed om stil te staan bij cliëntperceptie en -voorkeuren.

“Een cliënt is vooral geneigd e-health te gebruiken wanneer dit goed aansluit bij zijn of haar behoeftes en wensen.”

Bekostiging op basis van tijd

Een ander probleem heeft te maken met de bekostiging van de ggz. Deze vindt veelal plaats op basis van tijd, waardoor er geen prikkel is om juist minder tijd te besteden. Verzekeraars belonen de inzet van e-health, maar stellen geen eisen aan de tijdswinst die dit moet opleveren of aan het aantal cliënten waarbij e-health moet worden ingezet. Hierdoor ontbreekt voor veel zorgaanbieders de noodzaak om e-health op grote schaal in te zetten. Binnen de generalistische basis ggz is dit probleem opgelost door de hoogte van de vergoeding te baseren op de zorgvraagzwaarte en niet op de behandeluren. Hierdoor loont het om meer gebruik te maken van e-health.

Motivatie ontbreekt

Wanneer e-health wordt ingezet is het belangrijk dat de zorgverlener zich committeert aan het e-health gedachtengoed en gemotiveerd is om e-health succesvol binnen de behandeling in te zetten. Doet de behandelaar dat niet, dan zullen tegengestelde belangen het potentieel van e-health ondermijnen. Een gemotiveerde therapeut brengt zijn enthousiasme en vertrouwen over op de cliënt, hetgeen een positief effect heeft op de inzet van e-health en het behandelresultaat.